Donderdag 9/5/2013
Jammer, maar helaas, onze laatste volle dag in Amerika!
Vanmorgen dus ontbijt in de Super 8 met brie van gisteren,
warm gemaakt in de magnetron. We lieten het ons goed smaken. Het was lekker weer hier in Sedona, volop zon en ca. 20 gr.
om 8.30 uur.
Na uitgecheckt te hebben reden we langs een Visitor Center vlakbij, voor informatie over een kleine route die we nog zouden kunnen rijden voor we verder moesten.
Keuzes genoeg, maar een aantal hadden we al eens gedaan. We besloten om nu de
Canyonroad te doen. Het was nog even genieten van de rode rotsen, o.a. langs
Chimney Rock. Volop mogelijkheden om onze voeten in het rode stof te wentelen,
maar geen tijd en benen meer voor, helaas. Nog een paar mooie uitzichtpunten,
heerlijke geuren en rust om ons heen, erg jammer dat we weer moesten gaan. Het
was de bedoeling om vanavond in Phoenix te arriveren, want morgenochtend zouden
we naar huis vertrekken. We hadden nog een aardige rit voor de boeg, via State
Route 89A. In 2010 was het er niet van gekomen om deze route te nemen, maar nu
had ik hem ingepland. We gingen eerst naar Jerome, waar we in 2005 met onze
zoon zijn geweest, en ontdekten bij Cottonwood dat er sindsdien een groot
aantal rotondes zijn aangelegd.
We brachten een bezoek aan het
Jerome State Historic Park waarbij we in eerste instantie dachten terecht te komen bij een locatie uit
onze vakantie in 2005. Later herinnerden we ons weer dat dat de
Gold King Mine was en na een poosje belanden we daar dan ook. Voor de activiteiten op deze laatste
dag had ik me toch minder goed voorbereid.
Eerst maar eens het State Historic Park en de Douglas
Mansion.
“James S.
Douglas built it on the hill just above his Little Daisy Mine. This former home
is now a museum devoted to the history of the Jerome area and the Douglas
family. The museum features photographs, artifacts and minerals in addition to
a video presentation and a 3-D model of the town with its underground mines.
There are more displays outside along with a picnic area offering a beautiful
panoramic view of the Verde Valley.”
Hoewel van een geheel andere orde dan de Gold King Mine was
het toch wel even leuk om hier rond te dwalen door de kamers en foto’s van
historisch Jerome. Er was een toepasselijke video (28 min.) over het leven in
dit voormalige mijnstadje en buiten was het ook goed toeven tussen de heerlijk
ruikende bloemen aan de bomen (geen idee wat voor bomen) en met uitzicht op het
hedendaagse Jerome. Ook het blauw in de steen op de voorgrond fascineerde mij!
Verder maar weer, Jerome door en ineens de afslag naar de
Gold King Mine en Ghost town, en hier kwam het beeld van toen weer helemaal
terug! Hopen oude auto’s langs de kant van de toegangsweg en daar waren ze dan
eindelijk, de kolibri’s, net als in het verleden voor het winkeltje, dat tevens
de ingang is voor al het moois daarachter. Vorige keer waren we niet verder
gekomen dan hier, maar nu betaalden we ca. $5 pp. voor deze privé locatie van
de fraai bebaarde eigenaar Don Robertson, die perfect in het geheel paste en hadden
we een uurtje lol met het bekijken van de “junkyard” vol antieke auto’s, een
oude, maar nog werkende zaagmolen, vervallen gebouwtjes, een ezel, kippen en
geiten, bordjes met waarschuwingen voor Trespassers en rattlesnakes en nog veel
meer moois.
W. met zijn interesse in de techniek genoot van de machines en
auto’s, terwijl ik wel kon blijven fotograferen. Er was maar één minpuntje, regen… en
dat in het zuiden van Arizona! Gelukkig regende het niet heel hard, maar toch
te veel om op je gemak rond te blijven lopen. Later bleek dat ze in het
winkeltje paraplu’s hadden om te gebruiken.
We gingen en route richting Prescott en volgden een
prachtige bergweg. Het was bewolkt - wat waren die wolken mooi - maar er viel geen
regen meer uit. In de buurt van Prescott volgden we de borden naar Watson
Lake Park, voor de Granite Dells. Hoewel het al 14.30 uur was wilden we hier
gaan picknicken, na het ontbijt hadden we niets meer op. De toegang tot dit
park was een luttele 2 dollar voor de auto. We parkeerden bij een picknicktafel
met uitzicht op het meer, maar dat bleek later een verkeerde plek. Geen
uitzicht op de Dells en veel te koud in mijn korte broek en blote voeten, die
vanmorgen in Sedona nog wel goed vielen. We aten snel de pizza’s van gisteren,
koud uit de doos smaakten ze nog best! Toen ik opstond en van de bank naar
achteren stapte, trapte ik midden in de (piepschuimen) koelbox, die ons de
afgelopen twee weken goed van pas was gekomen. Nou ja, we hadden hem nu niet
meer nodig gelukkig en anders was er snel een vervanging gekomen, voor de paar
dollar die zo’n ding kost. In de afvalbak ermee.
|
Watson Lake Park |
We reden naar een andere parkeerplaats en daar zagen we ze
dan, de Granite Dells, waar we al veel over hadden gehoord op het AAForum en op
de website van Hanz en Henriette:
Granite Dells
Ik ben nog naar beneden gelopen over het stenige pad, met mijn sinds gisteren toch wat pijnlijke
rechtervoet. W. had teveel last van zijn benen. Wat
een prachtig gezicht, al die robuuste ronde rotsen, jammer alleen dat de zon hier
vandaag niet scheen. Toch genoot ik even volop van al die mooie rondingen aan
het water, dat vandaag niet zo blauw was als ik weleens op foto’s had gezien.
|
Granite Dells |
|
Zwaar weer onderweg |
Een laatste tankstop en er restte ons niets meer dan nog een
mooi stuk weg naar Wickenburg. Het bleek een lange rit en het vorderde ook niet
zo, omdat we
in het begin steeds maar 25
of 35 mijl mochten. Even verderop waren ze met de weg bezig en kregen we nog
een stuk
dirtroad. Nadat we dit gepasseerd waren konden we eindelijk af en toe wat
harder, met soms een dorpje als Peeples Valley - met verrassend veel groen- om
bij de schitterende afdaling naar Congress weer even in te houden. Hè jammer, even
niet opgelet en we reden de vista voorbij, konden niet meer terug.
Ter plekke bedachten we dat wie ’t eerst cactussen zag, het
avondeten mocht kiezen. Dat was ik dus!
Nog een lange rit nu, waarbij we Wickenburg en de Vulture
Gold Mine moesten overslaan. Eerst Surprise en Sun City en dan Phoenix, met
uiteindelijk om 19.00 uur en een temperatuur van 28 graden ons motel in
Scottsdale, de Papago Inn, waar we op onze eerste volle dag in Amerika al een reservering
voor hadden gemaakt.
Helaas konden we niet lang genieten van de tuin met de
vogeltjes, we moesten snel een restaurant zoeken. In de boeken kwam ik een
Griek tegen, een BIG Fat Greek nog wel en had daar zin in. Helaas bleek na
3 mijl rijden dit restaurant niet meer te bestaan. We hadden al wel een
vermoeden gehad en de receptioniste ernaar gevraagd, maar die dacht na even
zoeken op internet dat het er nog wel moest zijn. Dan maar de Chinees, op
driehonderd meter van ons motel, een Mandarin. Een enorme ruimte met wel plaats
voor honderd man, met een All you can eat buffet. Er waren slechts een stuk of
wat tafeltjes bezet. Aan de hoeveelheid buffetten lag het niet, maar het eten
beviel ons jammer genoeg toch echt niet zo als in Carlsbad, waar veel meer doorstroming
was. Alles lag een beetje uit te drogen in de bakken. Maar goed, voor 24 dollar
inclusief hadden we toch nog een maaltijd vanavond.
Terug in het motel herpakten we de koffers en zonken we na
nog wat lezen in slaap.